» Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 88
88.
Alvorens we ons in de situatie van vóór 1920 begeven eerst die van 1935.
Zagen we op blz. 60 de stolp
van zaadkweker/handelaar Jacob Kooiman in de oorspronkelijke vorm, hier de gewijzigde, oud en nieuw
zijn harmonisch met elkaar verbonden.
Het is een teken van welvaart en ontwikkeling, de zaken gingen goed, een veertigtal tuinders leverden
zaden aan Kooiman, van hier verkocht hij het elders in het land.
Bouwer was Kees Gutter, een mooie klus dicht bij huis, de transportkosten zullen wel nihil zijn geweest.
De indeling was als volgt; in het oude gedeelte slaapkamers, kantoor en opslagruimte, in het nieuwe,
rechts wonen, links óók opslagruimte. Later kreeg het een dubbele woonfunktie, het waren
de nazaten Simon en Reinder die respektievelijk ter linker en ter rechter zijde woonden. Na Simon hebben
dochter Trijntje en schoonzoon W. Siebesma er nog gewoond en eerder nog scheepskok Piet Cupido.
Door de verkaveling en zaadteelt in het (klimatologisch beter geschikte) buitenland, werd het bedrijf
opgeheven en in 1968 aan een beeldhouwer verkocht.
Inmiddels is dat al weer verleden tijd, nu is het leliehandel van P. Groot, en het terrein naast
het huis is beton en opslagruimte.
Het bouwersspul van buurman Jan Schenk zien we straks uitgebreider, eerst verplaatsen we ons naar de
„oude tijd” waar de weg nog water is en in de bocht huizen staan.