» Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 94
94.
1912, Vanaf de op/afrit een aanblik op de fleurige zij- en kale voorkant.
Van een echte bakkerswinkel, zoals we die later kennen, is hier geen sprake, het was allemaal zo eenvoudig.
Links de deur (zonder venster) naar de kleine ruimte die voor winkel moet doorgaan en de er achter gelegen
werkplaats.
Het bijzondere van deze, nog niet eerder vertoonde, kaart is, dat die behoort bij het alom bekende
verhaal van: „Wat Peet Troin
van de stormnacht vertelde”.
Hier was het, bij „Lange Wullum”, waar door een stortvloed van water en niveauverschil tussen winkel
en kamervloer, de beschuitton de kamer in dreef.
Het is al middag en theetijd als de fotograaf het, uit het zonnetje en dicht bij elkaar zittend, kwartet
op de gevoelige glasplaat vastlegt.
De nikkelen theepot en kopjes staan nog op het dienblad, met uitschenken moet nog even worden gewacht,
immers men mag niet bewegen... Pas als de man, onder het zwarte doek, klaar is kunnen de kopjes worden
gevuld.
Bij de deur Christiaan met naast hem zijn echtgenote Marijtje, dan dienstbode Trien Brouwer en knecht
„Lange Wullum”.
De naam van de jongen hebben we niet, die zal wel ergens in de buurt wonen en hier kleine klusjes
doen.
De bij hem liggende hond gelooft het allemaal wel met zoveel volk om zich heen hoeft die niet waaks
te zijn.
Van het woongedeelte is niet bekend waar dat, na 1920, is beland, wel van de bakkerij.
Deze is verhuisd naar de Middenweg, we zagen het reeds, maar dan als woonhuis voor Daniël Vriend,
"Huize Elim”.