» Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 103
103.
Zagen we reeds op blz. 99 een
deel van Trappels werkplaats, hier op deze wat donker uitgevallen opname presenteren we als eerste
zijn knusse woning, waarvan de deur van fraai ijzerwerk is voorzien en houten rakken om het zonlicht
te weren.
De in het zwart geklede vrouw op de hoek van het volgende huisje is de echtgenote van Jacob Asma, hun
onderdak is de minste uit het rijtje van vier, goedkoop hout en slechts aan de zijkant een
éénsteensmuurtje.
Het volgende is de „skeerwinkel” van Willem Gutter, zoals reeds is vermeld is dit later
naar de Middenweg verkast.
Gutter was bouwer van beroep doch schnabbelde, eerst in de avonduren, later enkele dagen per week, met
barbierwerk wat bij om de inkomsten te vergroten.
Het klantenbestand groeide zodat na verloop van tijd attributen zoals schaar, kwast en tondeuze dagelijks
konden worden gebruikt.
Willem jr. nam de, (latere nieuwe) zaak over en dreef die tot 1983, toen werd het stil in de roef, het
tijdperk van babbel en ontmoeting was daar verleden tijd.
In het laatste, weer anders van vorm, treffen we een importfiguur aan, dat is de van Amsterdam afkomstige
timmermansknecht Jacobus de Jong, vanwege zijn optimistische kijk op het dagelijks gebeuren „Optimist”
genaamd.
De kuil ligt reeds vol met zand, spoedig zal daar voor Arie de Vries en Willem Gutter gebouwd worden.
Het laatste, complete huis, is van bouwer Piet Janszn. Krul, tevens vergunningshouder om de vaderlandse
borrel aan de dorpsbewoners uit te schenken.
Zijn naaste buur is Jacob Mantel Heertjeszn., zijn opstallen zijn slechts gedeeltelijk zichtbaar. Het
er achter gelegen huis, ver genoeg van de dijk gelegen om verplaatsting te overleven, is ten tijde dat
Piet Zwagerman er woonde afgebrand.