» Oud Andijk in Beeld » Deel 1 » Pagina 106
106.
De situatie in de jaren twintig.
Waar eens het achtererf van Willem Asma lag, staan nu de meisjes.
Tussen de fietsen en het houten schot lag het bruggetje.
Een nieuw woonhuis/winkel voor Arie de Vries, ook aan zijn bejaarde schoonvader
Dirk Mantel was gedacht die kwam, zoals niet ongebruikelijk in die tijd, bij hun
inwonen.
Nieuwe eigenaar werd, de van Drente afkomstige Gerrit Snieder schoenmaker/verkoper
van professie.
Na zijn vertrek is het nog enige tijd in handen van ene Smit geweest, daarna kocht
de bij de Fa. Faust en de Vries in dienst zijnde bezorger, Rudolf Hulzebos het en
raakte de winkel buiten gebruik.
Onder het pand is niet geheid en daar het gedeeltelijk op de gedempte kuil is
gebouwd, bleef dat deel zakken met als gevolg steeds weer scheuren. Links de nieuwe,
door Kees Gutter (familielid) neergezette skeerwinkel.
Voor ongeveer zesduizend „harde” guldens klaarde hij die klus.
De verhuiswagen is er niet aan te pas gekomen, het in die tijd aanwezige meubilair
kon tussen vier handen worden overgebracht.
Geheel achteraan naast Basjes woonde Klaas Sluijs Pzn., vanwege zijn gebruikelijke
stopwoordje „Dat al” kreeg hij die bijnaam.
Aan de overkant van hem ontmoeten we weer een oude bekende, Jacobus (Kootje) de
Jong, het huisje zal hij wel, grotendeels, zelf hebben gebouwd.
Het is vrijwel door dat van Nanne Groot (Rooie Nanne) aan het oog onttrokken.
Dat staat er, in oude stijl, pal voor.
Aan het pad is het nog steeds landelijk wonen, van 's morgens vroeg tot
's avonds laat genieten van het zonlicht, geen doorgaand verkeer en lawaai,
wel is het pad later iets verbreed voor de daar wonende autobezitters.