» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 54
54.
1921. Telde Andijk in het verleden een zestal slagerijen, waar men zelfs slachtte,
nu is dat er niet één meer.
Daartoe behoorde ook de slagerij van Piet Bootsman.
In de jaren zeventig bediende hij voor het laatst zijn klanten en zette een punt
achter zijn carrière.
De slagerij, geheel achteraan, toont bouwkundig gezien gelijkenis met de smederij
van Piet Tensen, maar is niet zo royaal opgezet. Opdrachtgever was Jacob Dekker.
Dat gebeurde rond 1923.
Op 1-9-1930 nam Henk Bouma de zaak van Jacob over.
Na eerst het vak bij resp. slager Groot, Nijdam en naamgenoot Sip Bouma (geen fam.)
te hebben geleerd, mocht hij zich zelf “meester” noemen.
Henk, ook in de ban van de naoorlogse emigratiegolf, vertrok in 1952 naar Canada.
Naamgenoot Sip kwam er na enige tijd achteraan.
De overdracht van het slagersgebeuren was geen probleem.
Piet Meindertszn. (afk. van ingekorte boerderij Kathoek) werkte al vanaf zijn
twaalfde jaar bij Henk en kende het vak. Hij kocht het in 1951.
Ook zijn vakkennis, opgedaan bij een slager tijdens de tweede wereldoorlog in
Duitsland kwam hem toen hij zelfstandig werd, goed van pas. Het slachten geschiedde,
wat men niet zou verwachten in een modern pand, binnenshuis. Waren dat in de beginjaren
nog koeien en paarden, na enige jaren beperkte zich dat tot klein slachtvee (varkens,
schapen, kalveren etc.), het andere vlees betrok Piet van grootslachter Bakker
uit Enkhuizen.
Deze heeft later zijn slachtbedrijf van uit de, er niet meer in thuis horende,
Paulus Pottersstraat overgeplaatst naar het Industrieterrein te Grootebroek.
Als gediplomeerd paardeslager kreeg Piet vanwege zijn bekroonde paardeworst grote
bekendheid.
Het recept, familiebezit, heeft hij nooit willen afstaan.
Na deze toelichting schuiven we een aantal meters door en zien dan dat (op
pagina 57)
de dijkgracht afbuigt naar het zuiden.