» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 69
69.
1902. De smederij van Dirk Schekkerman, eerder Cor Smit en Trijntje Groot. Na
Schekkerman, Maarten Enzlin.
Dit is de eerste opname na de brand van 1891, nadat de oude door overschuivende
ijsschotsen is ingedrukt en verbrand.
Op ansichten later gemaakt, zien we dat de smederij met enkele meters is verlengd,
er zijn dan vijf ramen en een deur.
Bij het hek, aan de zijkant, ligt de afslag (via een brug over de dijkgracht)
naar de twee in het veld
staande boerderijen van Reinder Kool en Piet Mantel (Kooienpad, niet officieel)
nu bewoond door de families Boeder en Droog. Na 1916 werden ze bereikbaar via de
Oosterweg. Naast de smederij het kruidenierswinkeltje van Dirk de Vries en Teetje
Abbekerk.
Rode zuurballen à 1 cent, volgens kenners de meest geliefde lekkernij,
waren favoriet bij de jeugd.
Als buren hadden ze Auke de Vries, daarna Jaap Mantel (De Geus).
Daarnaast woonde de weduwe van Jan Koster, Aafje Kort.
Het lage er opvolgende is, na het vertrek (omstreeks 1919) van Klaas Koster (weduwnaar
van Trijntje Hokkeling), vanwege het vele ongedierte in brand gestoken.
Het was de meest radikale manier om er van af te komen, slopers hadden er, begrijpelijker
wijze geen trek aan.
Het rijtje huizen is (op de ansicht) niet volledig. Enkele staan meer naar de sloot.
Tussen het café achteraan en dat van Klaas Koster tellen we nog vier huizen.
Het zijn er echter zes, waarvan we de namen geven wie er in 1919 (nog) woonden.
Dat waren Piet de Vries Dzn., het grote gezin van Piet Tol, arbeider Willem Buijsman
en Neeltje Tol, Klaas Bakker, arbeider Pieter Sluijs en Neeltje Sluijs en Jacob
Burger Cornzn.
De namen van de posanten zijn helaas niet bekend.
Aan uiterlijk te zien zijn het, de postbode, de bakker met zijn trek-duwwagen, en
de plaatselijke kruidenier met zijn hengselmandje.
De vrouw in de deuropening houden we op de vrouw van smid Schekkerman.
Omstreeks 1920 is de smederij afgebroken en weer (in gewijzigd uiterlijk) herbouwd
aan het Kerkepad.