» Oud Andijk in Beeld » Deel 2 » Pagina 96
96.
Alvorens de stand van zaken, in 1921, aan deze kant van de brug toe te lichten,
eerst nog even een vingerwijzing naar de andere kant.
Daar zien we wel de woningen van Luit Buisman en Tjade Groot, maar niet van meester
Cornelissen. Dat is onderweg daar naar toe of staat nog aan het Kerkepad.
Het eerste over de brug, (ook als eerste gebouwd) is van tuinder Abraham Smit en
Keetje de Vries, nu fam. (Leo) Weverink.
De schuur ernaast is later verbouwd tot woonhuis voor Jacob Bakker en Geertje
Zwuup.
De woningen/winkels van de Bootsmannen, Weverink en van Rossum ontbreken hier.
Die zijn veel later gezet.
Het grote huis is nieuw gezet voor tuinder Jan Timmerman en Jacoba Barbara Kamp.
(Eerder
gehuwd met Antje Baas. Autjerdtr.)
Voor ƒ 11000,- bouwde Hendrik de Vries het.
Jan, óók een kooideskundige, kwam net als Goudsblom en Hemke ook
van Broek op Langedijk.
Achter het huis had hij zijn veertien meter lange bewaarschuur.
Dat te hard werken nadelig voor de gezondheid kan zijn, ondervond ook Jan. Hij
kreeg problemen met zijn “rikketik”, en kon het werk toen niet meer
aan.
Ondernemend als hij was, ging hij via een onderwijsinstituut studeren en slaagde.
Toen er voor Andijk-Oost een kantoorhouder werd gevraagd, solliciteerde hij en
werd gekozen uit drie kandidaten.
Vermeldenswaardig is de manier waarop de keuze werd gemaakt. Rekenen. Alle drie
kregen een moeilijke som voorgelegd. Wie als eerste goed had gerekend, werd aangenomen.
Vreugde dus bij de familie Timmerman. Zo ging dat in 1920.
Eenmaal de benoeming op zak kon het rechtse woongedeelte worden verbouwd tot
(hulp)postkantoor. Leuke bijkomstigheid, het koningkrijk der Nederlanden werd
huurder van een deel van zijn woning.
Opvolgers van Jan waren zijn zoon Kees tot 1951, daarna tot 22-1-1962 W. v. Beek
afkomstig van Oosthuizen. Toen werd het daar stiller. Door de bouw van het nieuwe
kantoor aan de Marijkestraat geopend op 20-1-1962 raakte dit en het kantoor aan
de Molenweg buiten gebruik. Het werd daarna verkocht aan D. Harlaar. Die vertrok
later naar de N.O. polder en verkocht het in 1974 aan de huidige eigenaar P. H.
Mantel.