» Oud Andijk in Beeld » Deel 3 » Pagina 9
9.
1915. We hebben ons omgedraaid en kijken nu in westelijke richting. Als
eerste zien we het laatste van de vorige pagina, het boerehuis van
Pieterman en Dieuwertje. Zou het Dieuwertje zijn die, met haar kapje op en
een jongedame bij de ingang poseert? Gelet op de periode van kaartaanmaak is
dat aannemelijk.
Wat er zoal in de loop der jaren (de grote veranderingen van na 1916
buiten beschouwing latend) in Andijk verloren is gegaan, dringt tot ons door bij
het zien van dit beeld. Het meeste is er nu niet meer.
De witte boerderij, hier nog eigendom van Jacob Krul en Marijtje Kooiman, is op
18 november 1967 (vermoedelijk kortsluiting) door brand verwoest.
Het werd toen al niet meer bewoond en diende als (ren)paardestalling, waarvan
er enkele toen zijn omgekomen.
Eerder woonden Jan Groot en Geertruida Klazina Knip er. Zij kochten het
van Jacob's weduwe. En dat er meerdere gezinnen in hebben gewoond moge
blijken uit de namen van de familie's (Piet) Schoenmaker, (Tjem) Tensen en burgemeester
(Piet) Groot.
De laatste woonde er met z'n gezin in afwachting van het gereedkomen ambtswoning
aan Klein Gouw.
Op de plek van de verbrande boerderij bouwde aannemer Botman uit Wervershoof het
huidige, eenvoudig van uitvoering, zoals toen gebruikelijk.
Er achter staan de paardeloodsen met aan het begin van het oprijpad het bord met
de tekst “Manege Andijk”.
Tot aan de woning van dokter Hammes is thans alles verdwenen. Dat zijn de
mooie boerderij van burgemeester Kooyman, de secretarie en het dubbel woonhuis
van ?? en Kees Zwuup.
Dank zij het doktershuis, dat gespaard is gebleven van de sloop-brandgolf,
kunnen we met dit beeld in de hand deze plek terug vinden, hetgeen voor nieuwe
generaties en andere belangstellenden van belang kan zijn.
Dat de weg hier naar beneden gaat, is weloverwogen uitgevoerd in het
belang van de boeren, van hier af konden ze zo hun erf oprijden, de onderpaadjes
waren daarvoor niet geschikt.
De beide jongedames zijn aan het begin van de oprit/afrit blijven steken.
De een heeft zich neergevlijd in de berm en wacht net als de ander
gespannen af wanneer “het vogeltje” de camera zal verlaten.