» Oud Andijk in Beeld » Deel 3 » Pagina 20
20.
Het volgende pand, na de bakkerij, is (al is het klein) ook een woon-bedrijfspand.
Daar wonen de Bootsmannen.
In 1863 was dit een winkeltje, zoals zovelen, waar de burger voor z'n petroleum
en andere noodzakelijkheden terecht kon.
Dat was ten tijde van Meindert, die dagelijks op het land was.
Echtgenote Trijntje de Boer, die de zorg voor het huishouden en het winkeltje
had, maakte daarbij hultjes en kantjes. Hierdoor is later de manufakturenzaak
ontstaan. Die is hier te zien, nu geen levensmiddelen achter de glazen, maar
kleding.
In 1898 zegde zoon Piet de bouwerij vaarwel, om zich geheel aan kledingzaken
te wijden. Het tuindersmateriaal, schuit, dekkleden, manden, bakken en gereedschap
wordt op 13 januari 1898 in café “De Meiboom” publiekelijk
verkocht.
Piet werkt dan eerst nog enige tijd bij z'n zwager Jan Zee die ook in manufakturen
handelt, maar later werkt hij geheel zelfstandig.
Dank zij een door Piet bijgehouden notitieboekje weten we dat op 24 april 1914
het gezin en handel zijn verhuisd naar het nieuwe pand in de Bakkershoek (zie deel 1
blz. 34).
Voor de verhuizing waren drie maal paard en wagen, drie grote en twee kleine
schuiten nodig. En dat uit zo'n klein pand, de nood zal hoog geweest zijn.
Op de ansicht die op 12 juni 1912 naar hoofdonderwijzer K. v.d. Wal in Oenkerk(Fr.)
is verstuurd, schrijft Piet dat het huis is opgeknapt, dat er kinkhoest heeft
geheerst, de opbrengst van de “muisjes”aardappelen (voor eigen gebruik??) goed
is, maar dat het erg droog is, zomer dus. Op de kiek zien we van links naar rechts:
Piet Bootsman, echtgenote Afie Tensen, en hun kinderen Wim, Trien, Jaap, Ant
en Meindert.
Na hun vertrek naar de nieuwe stek werden Nanne de Haas en Cornelia Blom de nieuwe
eigenaars thans hun dochter IJda.
De boerderij links is van Jan Prins en Cornelia Groot. Er achter staat de kapberg
van commissionair Willem Groot met er tussen in (zij het minder goed te zien)
het bijbehorende woonhuis.