» Oud Andijk in Beeld » Deel 3 » Pagina 38
38.
In 1913 ontvangt het bestuur een offerte, in 1914 de plaatsing, en op 14.1.1916
staat er in het gemaal een 250 PK werkspoor diesel te draaien. Ketels, machines,
pompen en kolenloods etc. worden verkocht resp. gesloopt.
Nauwelijks twee jaar later ontvangt het bestuur een brief van ingenieurs de Wit,
daarin stellen ze voor het dieselgemaal te wijzigen in electrische uitvoering.
Dat gebeurt, althans voorlopig niet. Ook komt er een brief binnen bij het bestuur
om de kolk goed te omrasteren. Blijkbaar is dat niet in orde en gevaarlijk, vooral
voor de jeugd die graag klimt en klautert.
In 1921 vragen dijkgraaf en heemraden vergunning om de tegen de zeewering gekeerde
muur te mogen versterken. Met in het achterhoofd nog 1916 acht men dit noodzakelijk.
In 1922 proberen de ingenieurs de Wit het opnieuw het bestuur over te halen om
electrisch te gaan bemalen. En waarachtig, het duurt nog wel even, maar op 25.3.1926
is de stichting electrische bemalingsinstallatie een feit. Dan, op 17.9.1927,
wordt de 350 PK elektramotor in werking gesteld en proefgedraaid. Ook deze keer
geen problemen.
De dieselinstallatie blijft gehandhaafd, deze kan gelijktijdig of onafhankelijk
dienst doen indien er zich calamiteiten voordoen of bij overvloedige regenval.
Dat bleek het geval te zijn in het najaar van 1927, kort nadat de nieuwe installatie
in gebruik was genomen. Een citaat uit een toespraak: “En de regen viel
bij stromen, maar wat nood, 't electrisch gemaal snort, 't dieselgemaal puft,
en de schoorsteen van 't stoomgemaal rookt”. (stoomgemaal aan de Zuiderdijk
bij Broekerhaven). Alle drie goed om een oppervlakte van 8400 HA op peil te
houden.
Op 10.9.1947 word machtiging gevraagd voor het plaatsen van een gedenksteen en
tweede electrische installatie.
De officiële inbedrijfstelling daarvan is op 13.10.1949.
Het vermogen van die tweede motor is minder, we lezen, 250 PK bij 1000 omwentelingen
per minuut. Tot 1974 blijft deze situatie ongewijzigd. Dan wordt het nieuwe gemaal,
enkele tientallen meters ten Oosten van het oude, in bedrijf gesteld.
In het oude gemaal, nu agrarisch museum, heeft men een installatie als herinnering
en bezienswaardigheid gehandhaafd, e.e.a. staat in het gedeelte waar men in 1863
is begonnen. Tevens treft de kijker daar een prachtige maquette aan, waarin te
zien is waar de molens stonden en samen werkten met het stoomgemaal.