» Oud Andijk in Beeld » Deel 3 » Pagina 70
70.
Dit is een uitvergroting van een 3 x 7 cm, dat daarna is geretoucheerd. Het was
de enige mogelijkheid nog iets te kunnen laten zien van deze vrijwel geheel
verdwenen buurt.
De opname dateert van 1923, de nieuwe gracht en betonbrug zijn al in gebruik.
Vóór 1916 was de verbinding Dijkweg-Bangert er ook. Toen lag er een
houten brug over de oude dijkgracht. Het bestaande wegje is hier gewoon doorsneden.
Rechts bij de brug ontwaren we nog een rood-wit gestreepte stok (sjalon), bewijs
dat de mannen van het kadaster nog niet klaar zijn met inmeten nieuwe situatie.
Van de jonge aanplant is later niet veel van terecht gekomen, zeker niet aan de
westkant. Ter ondersteuning informatie zijn de percelen genummerd. No. 1 is een
deel van het arbeidershuisje, eigendom van veehouder Melgert Veer. Na beëindiging
bedrijf woonden daar o.a. Kees Krul, resp. Jan Mantel en Jan Kuin. No. 2 is een zeer oude stolpboerderij met houten voorfront, dat later door steen is vervangen. Voor
zover bekend was Klaas Bakker (Knook) daarvan de eigenaar en bood aan meerdere gezinnen onderdak, w.o.
de familie's (Jan) Sijm, (Cor) Nieuweboer, (Piet) v. Dijk, en oomzegger Trien Bakker. Ongeveer op deze
plaats vinden we nu cafetaria “De Stormvogel”.
No. 3, het allerlaatste bouwwerk in de “doodlopende” Bangert is ook een oude stolp waarvan eigenaresse
de weduwe Trijntje Bakker-Grooteman hertrouwde met haar werkman Piet Bregman. Van deze stolp is na de
afbraak het materiaal weer gebruikt voor het (inmiddels óók al weer gesloopt) huis waarin
o.a. Trijntje en Piet, Frans Maas en Lijp Grooteman, Piet Reus en Annie Stam, Frans Reus en Marie Tiet,
en als laatste K. v.d. Berg hebben gewoond.
Ook No. 4 waarin Dirk Tiet en Emma Mol in woonden ging plat. No. 5 gezet voor Piet Laan en daarna bewoond
door resp. Frans Meester en Grietje Ursem en Jaap Buijsman en Martha Meester staat er nu nog. Zo ook
No. 7 waarvan alleen het topje is te zien. Daar woonden Jaap v.d. Gulik en Mina Spruit. No. 6 en 8 is
twee-onder-een-kap-huis dat aan velen onderdak heeft geboden w.o. Klaas Bakker (vanwege zijn statige
manier van lopen “houten Klaas” genoemd) en echtgenote Betje .. ? (ook wel bekend onder haar bijnaam
“Zwarte Betje”), Gert Koomen en Stijntje Bakker en Paulus Bakker. No. 9 is van Arie Tesselaar en Dientje
Hoogeboom, resp. Meindert Keizer en Geertje Weel.
Het topje van No. 10 is van het schuitemakersbedrijf van Klaas Weel.
Van No. 11 weten we dat daar als laatsten Willem Deen en Anne Dekker hebben gewoond. Hun vertrek daar
was dramatisch. Door kolendamp vergiftiging kwam Anne direkt, Willem als gevolg daarvan later om het
leven. De plaats van het huis is nu een parkeerterrein.
Door het huis van Willem en Anne zijn de huizen van Jan Rinkel, Ab Schuitemaker en Simon de Vries die
daar achter staan niet te zien. Het betreft een enkel en dubbel woonhuis.
No. 12 en 13, ook een twee-onder-een kap woning werd bewoond door de ongehuwde Afie Meester en Jan Meester
en Tony Vlaming (Heessie), daarna door Jan Meester Janzn. en Siep Riemersma waarna, tot aan de sloop
in februari 1963 Dirk Meester en Truus Nieuweboer.
No. 14 zijn twee huizen aaneen (haaks op elkaar) met als eigenaar Piet Aker. Ten tijde dat Klaas
Tensen eigenaar was is het binnen in verbouwd waardoor ook z'n dochter Annie en Jaap Tensen daar konden
wonen.
Als laatste krijgen we No. 15, de stolp van Jan Dekker en Freekje Botman, later Dirk Janzn. en Catharina
Bakker. Het bouwland rechts ligt er nog ongeschonden, echter niet lang meer. Daar zou spoedig aanvang
worden gemaakt met de bouw van een woon-winkel pand voor Klaas Dol.