» Kistemaker Archief » Proza en Poëzie » Pagina 8
Het is nu stil in de nooit drukke straat,
Als schemer komt om grauwe huizen wazen,
En slechts van ver nog werkgeluiden razen,
Waar rust nooit is, maar onrust vroeg en laat.
Het donkert nu en een ontwaken gaat
Door hen die loom hun avondkrantje lazen;
Ze schrikken van een boot die af gaat blazen,
En van de klok die langzaam negen slaat.
Dan staan ze op voor 't laatste avondpraatje,
Ook gaat er een met lomen stap het straatje,
Uit en verder tot hij komt aan wijde zee,
Waar op beschutte plek een man of twee
Bespreken 't nieuws van de voorbije dag...
Ze spraken nog toen 't stadje in ruste lag.
3 October 1920. Piet Kistemaker.