» Kistemaker Archief » Proza en Poëzie » Pagina 12
Donderdag 8 juli 1982. Een stadsmeneer gaat het boerenland verkennen. Hij ziet de helft
niet, maar dat merkt hij niet eens.
Zijn doel is "het pittoreske dorpje" Andijk, gelegen aan de voet van de
Oosterdijk. Dat hij een cafe gesloten vindt en een ander zonder klanten, stijft hem zeker
in zijn hovaardij. Dat Andijk ook nog een Dorpshuis heeft en "Cultura" en de
"Boezoekibar" en het "Ankertje" heeft hij niet eens gemerkt.
Andijk is een dorp van 8 km. lang met 5687 inwoners. Het heeft een modern raadhuis, een
grote kerk (800 zitplaatsen) en drie kleinere kerken. Er zijn flinke exportbedrijven,
bloembollen en zaden, een groeiende industrie met flinke bouwbedrijven. Er is een nieuwe
sporthal met diverse sportterreinen. Kortom; Andijk kan behoorlijk meekomen!
De stadsmeneer heeft van dat alles niets gemerkt. Hij is via de Kerspelweg naar de Streek
gereden en heeft het "pittoreske dorpje" achter zich gelaten. Waarom altijd zo
kleinerend? In de 30-er jaren opende wijlen Klaas Norel in de "Vrije Westfries"
een nieuwe rubriek: "Stad en platteland". Mijn schoonvader, die een zeer nuchter
mens was, zag dat en zei: "Hm, stad en platteland, as je naggeres "stad"
zegge, zien je niks meer".
"Pittoreske dorpjes" zijn vrijwel uit de tijd.
Andijk, 16 Juli 1982. Piet Kistemaker.