» Boeken » Stichting Ontwikkeling Leliecultuur » Pagina 5
Dit is geen boekje over de lelieteelt, maar je kunt er niet omheen want de
S.O.L. is lelieteelt. Zonder de feiten exact na te kunnen trekken, meen ik te
weten dat de Regaleteelt op kleine schaal zijn intrede deed in 1903. Op latere
tijdstippen kwamen de Henryi, de Orange Triumph, de Fire King en de Tenuifolium
die voor een belangrijk deel in en om Andijk geteeld werden en met alle wel en
wee zich toch een plaatsje veroverden in het toenmalige bollenpakket.
Persoonlijk herinner ik me daar nog diverse zaken van uit mijn jeugd. Zaken die
allemaal, bij stukjes en beetjes naar de motieven om de S.O.L. op te richten
hebben toegewerkt. De Regale was onderdeel van het teeltplan op het ouderlijk
bedrijf. Ik herinner me dat we de 24+ hadden verkocht voor 35 cent. In november
liep de prijs op de veiling op tot 85 cent (later zakte de prijs weer). Dit zal
zo'n vijfendertig tot veertig jaar terug zijn.
Ieder jaar zaaiden we zaad. Als dit goed slaagde, was dat ook het geval bij de
buurman. Resultaat na vier jaar: te veel bollen en een te lage prijs. Vaak echter
was het te lang te droog of de grond sloeg dicht na een onweersbui of het zaad
kiemde eerst goed maar werd daarna te droog. Dan kwam het goed op en het groeide
goed, maar dan kwam de oogsttijd, de tulpen, de aardappelen, de irissen enzovoorts.
Als het onkruid dan de kans kreeg, werd de strijd, zonder bestrijdingsmiddelen,
vaak toch verloren.
En dan de aaltjes. Die zullen er geweest zijn lang voordat ze echt werden ontdekt
en onderzocht. Maar zo rond 1955 / 1960 kwamen we er van lieverlee achter dat
er sprake was van bedreiging van de gehele teelt. Zo moeilijk te ontdekken waren
ze niet eens, want ons 150x vergrotende huis-tuin-en-keuken microscoopje liet
ze prachtig mooi zien. Toen ze eenmaal bekend waren, zijn ze bij ons thuis meerdere
malen door de gehele familie bewonderd want we hadden er zelf ook genoeg.
Zijdelings merken we op dat een bollenonderzoekcentrum en labaratorium ook in
deze affaire wel degelijk zijn bestaansrecht bewees en ook dat een keuringsdienst,
zeker toen de bedrijfjes nog zo kleinschalig waren, een goede functie had. Ook
de belangenvereniging van ons vak, de K.A.V.B., komen we steeds weer tegen als
een instituut dat werkte en functioneel was.
Klik hier voor een grotere versie van onderstaande scan.