Kistemaker

Thuis » Boeken » Stichting Ontwikkeling Leliecultuur » Pagina 8

Stichting Ontwikkeling Leliecultuur

Misschien treuren er nog enkele toenmalige kwekers over het geleden verlies, maar zoals gezegd, er waren al behoorlijk wat andere kwekers die al in kassen teelden. Dit hield in dat er al zoveel werd geteeld dat de markt al voorzien was en er zelfs sprake was van overproduktie in de jaren 1970 en 1971, de jaren dat de lelies grootgegroeid zouden zijn geweest als ze niet zo jammerlijk waren omgekomen. In 1969 was het al matig gesteld met de Regale, in 1970 zakten ze naar een dieptepunt. Op de aanbodlijst van mei 1971 van K. Rusting (al eerder aangehaald) voor de oogst van 1971 worden de 16-18 voor 10 cent, de 18-20 voor 15 cent en zo op, aangeboden. Let wel, een vraagprijs voor de voorverkoop, terwijl we nog moeten beginnen te onderhandelen. Overigens waren de oogsten van 1970 en 1971 van Regale, waar de prijs het zo af liet weten, voor een deel afkomstig uit de gezamenlijk gehuurde kassen in 1968.

Wat we als een conclusie kunnen en moeten trekken, is dat er bijna 2.600.000 lelies zouden zijn geproduceerd met een kostprijs van zeker 15 cent (ofwel aan kosten bijna vier ton) waar absoluut geen markt voor was geweest en dat ook de produktie die er wel was door de extra bollen nog eens extra onder druk was gezet, wat nog eens meer had gekost. Nu waren er wat directe kosten verspeeld, maar als er door een aantal bedrijven zo'n vier ton had moeten worden opgehoest, zou dat voor velen rampzalig zijn geweest.

Dat hier niemand vroeg: wij doen dit wel, maar kan de markt het hebben? was in het geheel toch wel een beetje slordig te noemen. Er waren immers commissionairs nauw bij betrokken en kwekers hadden gewaarschuwd behoren te worden (of misschien is dit wel gebeurd, maar is er niet geluisterd?). Als dit goed geslaagd was, en dat had best gekund, dan had men het een jaar later waarschijnlijk weer gedaan met een nieuwe potentiële twee miljoen bollen, wat de overproduktieramp zou hebben geprolongeerd. De plannen voor de S.O.L.-kas zouden dan niet of later zijn ontstaan en hadden in een klimaat van overproduktiemalaise natuurlijk nooit van de grond kunnen komen. Verliesgevende zaken kun je niet financieren.

Een beetje rechtlijnig doorgeredeneerd heeft de S.O.L. dus kunnen ontstaan door een zware onweersbui.

Voor de betreffende groep was het evenzogoed stevig balen om te zien dat hun collega's in hun kassen een mooie partij plantgoed teelden. Men wist hoe het moest en wilde ook profiteren van de goede prijzen in 1967 (er werd toen nog op kleine schaal geproduceerd).


Klik hier voor een grotere versie van onderstaande scan.

Pagina 8 (Stichting Ontwikkeling Leliecultuur)

 


© 2001-2024 | Sitemap | Contact

Facebook: Ansichtkaarten van Andijk