» Religie » Strijd en Zegen » Pagina 3-4
Met blijdschap en grote dankbaarheid herdenkt onze gemeente haar 125-jarig bestaan. God heeft zijn
werk in stand gehouden, en van een zeer klein begin is de Gereformeerde kerk van Andijk tot grote
uitbreiding gekomen.
Hij het 75-jarig herdenkingsfeest heeft de heer Roelof Prins op een verzoek van de kerkeraad een
boekje
samengesteld. waarin de historie van genoemd tijdperk werd beschreven. Nu, 50 jaar later, werd het weer
gewenst geacht, om een overzicht te doen schrijven, maar dan nu over het gehele tijdperk van het bestaan
der kerk.
Het zal een ieder duidelijk zijn, dat dit in een zeer beknopte vorm moet gebeuren, 125 jaar is een periode
in het bestaan der kerk, zo groot, zo omvangrijk, dat er in de archieven een flinke stapel vol geschreven
boeken van wordt bewaard. „In de beperking toont zich de meester”, luidt een spreekwoord,
en nu we dit werk hebben ter hand genomen, zal het als in vogelvlucht moeten gebeuren.
De meesten onder ons zullen deze vraag kunnen beantwoorden. Tussen 1700 en 1800 is er onder het
Nederlandse vlk een verslapping ingetreden.
Welvaart leidde tot weelde. De ondernemingslust en kloekheid van weleer geraakten op de achtergrond.
Potgieter zegt ergens: „Een volk, dat paleizen bouwt, en zich van gouden lepels gaat bedienen,
is goed, maar het geslacht, dat in die paleizen geboren is en met die gouden lepels opgevoed wordt,
deugt niet meer.”
Wel waren in ons vaderland Godsdienst en Bijbel nog zaken, waarbij geleefd en waarmee gerekend werd,
toch had de meerderheid van ons volk door Franse en Duitse filosofen zich laten begoochelen met holle
woorden en toekomstmuziek. Franse mode en Franse zeden vonden ingang. Niet alleen maatschappelijk maar
ook kerkelijk ging het in volle vaart achteruit.
Toen de overheersing door de Fransen geëindigd was, vertoonde de Nederlands-Hervormde kerk een
droevig beeld, dat zich jaar na jaar nog slechter liet aanzien. De predikers, onder invloed van hetgeen
hun op de universiteiten geleerd was, namen het hart van de be1ijdenis weg. Ook uitwendig was de
toestand treurig, want de tractementen der predikanten waren zo laag, dat er letterlijk gebrek geleden
werd. Toen greep de overheid in. Er werden reglementen opgesteld. In de grootste nood op financieel
gebied werd voorzien, en de kerk liet zich op enkele uitzonderingen na welgevallen, dat de Dordtse
kerkenorde al meer op zij geschoven werd door de regeringsverordening.
Al geruime tijd kwamen velen, die nog van harte vasthielden aan Schrift en belijdenis, samen in gezelschappen,
waar de „oude schrijvers” gelezen werden, terwijl de ouders in de gezinnen hun kinderen
godsdienstonderwijs gaven.
Ook hier te Andijk kwam zulk een „gezelschap” tot stand, toen men zich niet meer kon verenigen
met de leer, die het volk in de Hervormde Kerk op West-Andijk werd voorgehouden.
Zoals bekend zal zijn, heeft de Afscheiding van de zo in verval zijnde kerk plaats gehad in 1834, toen
Ds. H. de Cock het christelijk volksdeel daartoe opriep.
Een paar jaar na het begin der Afscheiding is het verlangen geboren, zich hierbij aan te sluiten.
Na dit korte overzicht komen we nu dan toe aan de geschiedenis van de Gereformeerde kerk te dezer plaatse.