» Religie » Strijd en Zegen » Pagina 22-24
Door de groei der gemeente kwam het zover, dat het gebouw der Christelijke school te klein werd. Daarbij kwam, dat het
niet meer voldeed aan redelijke eisen van de tijd. Reden van dank en vreugde, maar ook oorzaak van zorg en strijd.
De vraag kwam naar voren, wat het meest gewenst was, een
nieuwe school in het midden van de gemeente, of twee scholen, in verband met de uitgestrektheid van de plaats. Dit is
oorzaak geworden van tweedracht en grote beroering in de Gereformeerde kerk.
In de kerkeraadsvergadering van 8 mei 1913 kwam een broeder, die er op wees, dat er onvrede in de gemeente was, en
of de ambtsdragers hiertegen iets wilden ondernemen?
Van die tijd af staat er een menigte van aantekeningen in de notulenboeken, waarover we hier niet verder zullen uitweiden.
Het was ten slotte de 28ste juli 1915, dat beide partijen een verklaring van verzoening hebben getekend, ten overstaan
van Ds. B. van Schelven van Amsterdam en Ds. W. Breukelaar, predikant te Zaandam, afgevaardigden der Provinciale
Synode van de Gereformeerde kerken in Noord-Holland. Er
werd een samenkomst gehouden en in deze gemeentevergadering richtte Ds. Van Schelven een ernstig woord tot de
hoorders. Vooral wees hij op waakzaamheid, nodig om de zielevijand te bestrijden, die er hier op uit was, om de zegen in
vloek te veranderen, en verdeeldheid te zaaien. Zover was
het dus gekomen, dat de classis en de Provinciale Synode er in zijn gemoeid.
Het eind was: er kwam een school in 't midden en een in 't oostelijk deel van de plaats. Er waren twee schoolverenigingen, die later een fusie hebben aangegaan.
Een dergelijke zaak, en later hardnekkige erfeniskwesties
hebben enorm veel zorg en tijd van de kerkeraad gevraagd.
Met name de predikant komt dan in een moeilijke positie, omdat hij tussen de partijen in staande, het uiterste aanwendt om
de vrede te bewaren. Helaas wordt hij vaak de wrijfpaal van
hen; die hun ideeën niet zien verwerkelijkt. Men wist het in de oude tijd al, toen men dichtte:
„Als de overheid haar gebrec niet wil horen;
als twisten en kijven gheleerde doctoren.
als force de waerheit comt verstoren;
ah: de waerheit wert in de hoek gesteken;
als hooverdije wilt hebben de overhant;
als de weerelt vol is van suleken ghebrecen
dan is 't quaat rethoricijn sijn oft predicant.”