» Religie » Strijd en Zegen » Pagina 41-42
Hij erkende geen vele kerken. Daar is maar één kerk. dat was de grondtoon van
zijn prediking in de eerste tijd van zijn ambtsperiode hier. Aan schrijver dezes is niet het oordeel, maar
vast staat wel, dat deze prediking ons in 1946 en de daarop
volgende jaren, heeft bewaard voor de uittocht van bezwaarden zoals die onder leiding van Prof. Schilder in vele kerken
heeft plaats gehad. Ds Steen heeft een stempel gedrukt op
de gemeente, men kon hem niet achteloos passeren. Men
ging een van beide, door dik en dun met hem mee, of verwijderde zich in groeiend onbehagen. Maar die dag was nog
niet in 't zicht. Het was alles zon, met vreugde vervulden de
ambtsdragers hun werk om op alle terreinen des levens de
invloed der kerk te laten gelden.
In die dagen was er iets zeer belangrijks aan de gang. Het
behoorde wel niet rechtstreeks tot de kerk als instituut, maar
zeer zeker wel tot de kerk als organisme. Het overlijden van
onze plaatselijke geneesheer Dr. Heenk op 10 okt. 1928, deed
een aantal gemeenteleden de vraag overwegen, om hier, of
in zijn plaats, of als tweede arts een Gereformeerde dokter te
krijgen. Het bleek na besprekingen, dat de nagelaten betrekkingen van Dr. Heenk, er niet aan dachten hieraan mede te
werken, door overname van de praktijk aan te bieden. De vrij
scherpe verhoudingen tussen rechts en links speelden hierbij
een grote rol. Maar vestiging bracht groot risico mee voor een
eventuele gegadigde. Het stond wel vast, dat, als hij zou
slagen, een practijk op te bouwen, dan zeker het overgrote
deel van onze kerkleden hem moest steunen. Een daarvoor
belegde vergadering in de oude kerk deed duidelijk blijken
dat de gemeente inderdaad in grote meerderheid de toezegging deed om de Gereformeerde arts te zullen steunen.
Hierna kreeg deze zaak spoedig zijn beslag en reeds op 11
nov. 1928 werd C. Berger uit Rijswijk met belijdenis-attestatie in ons lidmatenregister ingeschreven. En op 16 Nov.
kwam zijn verhuisbiljet op Andijk.
Op 20 maart 1937 is deze sympathieke dokter weer vertrokken naar Bolnes om daar in de meidagen van 1945 vlak voor
de bevrijding door een troep half dronken Duitsers, terwijl
hij zijn taak als arts vervulde, te worden neergeschoten. En
er was, toen het gerucht tot ons doordrong, rouw in ons hart.
Al waren er in 1928 nog 41 die zich onttrokken aan de Geref.
kerk. er was goede hoop dat de kerk verder trouw zou blijven
aan Gods Woord en de belijdenis, en de groei van het ledental zou doorzetten.
Bovendien was er een betrekkelijke welvaart die aantrekkingskracht bleek te
hebben op vele arbeidskrachten vooral uit de Prov. Friesland.
Het kerkgebouw was des zondags steeds overvol en de
notulen van 13 sept. 1928 vermelden als onderwerp van bespreking verruiming van zitplaatsen. De kerkeraad benoemde
een bouwcommissie met de predikant als adviserend lid. Wij
kunnen helaas niet vaststellen dat de kerkbouw met grote
eenstemmigheid is tot stand gekomen. Uit de notulen van
kerkeraad en bouwcommissie blijkt telkens dat de besluiten
niet met algemene stemmen werden genomen. En dat heeft
het nemen van gewichtige beslissingen wel zeer zwaar gemaakt.
Na veel besprekingen op kerkeraad en bouwcommisie worden
aan de gemeente drie plannen voorgelegd. Verbouw, nieuwbouw, of een tweede kerk.
Op een vergadering van manslidmaten wordt besloten tot
nieuwbouw. Aan Architect Reitsma van Groningen wordt
opgedragen om plannen voor een nieuwe kerk te ontwerpen
met een ruimte voor 1200 zitplaatsen. De burgerlijke gemeente telde toen 3816 inwoners en het aantal lidmaten, van
onze kerk was gestegen tot 1451.