» Religie
» Strijd en Zegen
» Pagina 45-46
Met opzet noem ik geen cijfers, want ik vrees dat het tegenwoordige geslacht daar de schouders over ophaalt
en zegt: „Was dit nu zo erg?” We moeten echter bedenken dat velen werkloos waren en de arbeidslonen gedaald tot veertien of vijftien
gulden per week.
Ik lees in de notulen van 10 nov. 1932 dat de koster der kerk
vrijwillig 10% van zijn gering inkomen wilde derven.
Het ledental der gemeente steeg tot 1844 zielen in 1936.
De sombere economische resultaten van de bedrijven veroorzaakten een rondzien over Gods wijde wereld, en waar reeds
in 1927 twee grote gezinnen n.m.l. Jb. Prins Gtzn. en Aafje
Groot met 8 kinderen en Simon Groot en Trijntje Visser eveneens met 8 kinderen de oceaan waren overgestoken om
de vlakten in Alberta-Canada in groenende korenvelden te veranderen, kreeg dit thans navolging. Gaat heen. vervult
de aarde, was de bijbelse aansporing voor anderen. Zo gingen in 1936 drie en twintig doop- en belijdende leden naar
Alberta. Onder hen mogen wij noemen Jan Brouwer, die de kerk hier als een zeer gewaardeerd ouderling jaren heeft gediend.
In de dertiger jaren waren het niet alleen economische moeilijkheden voor de kerk van Andijk. Op 15 jan. 1931 moest
de kerkeraad aan de gemeente mededelen, dat hij op advies van de geneesheer aan Ds Steen ziekteverlof moest geven.
Dit heeft bijna het gehele jaar geduurd, en al die tijd hebben
de ouderlingen het huisbezoek en de catechisatie's waargenomen. De gemeente was inmiddels gegroeid tot 1650 zielen.
Het verwonderlijke was, en het strekt tot sieraad van de
gemeente, dat de arbeid der ambtsdragers hooglijk werd gewaardeerd, waardoor ondanks veel, zeer veel arbeid,
het een lichte last was voor de ouderlingen. Moeilijk zal men zich
nu met nauwelijks 100 zielen meer en twee predikanten, kunnen indenken, wat er toen, inzonderheid van de ouderlingen.
gevraagd is, en gewillig gegeven.
Bij het huisbezoek kwam men in aanraking met gezinnen waar werkelijk nood was en bange zorg het hart vervulde.
Geld voor de instandhouding van de kerkedienst konden velen nauwelijks opbrengen. Zodat de kerkeraad moest bezuinigen.
De schuld die op de kerk rustte, bestond uit verschillende leningen
bij leden der gemeente, maar telkens werden de gelden opgevraagd ,omdat het voor instandhouding
van eigen bedrijf nodig was. Daarom besloot de kerkeraad
een obligatielening uit te schrijven groot ƒ 79000,- met een looptijd van 29 jaar tegen een rente van 4%.
Bij al die moeilijkheden bleef na het ziekteverlof van onze predikant Ds Steen, de verhouding in de kerkeraad
zeer moeilijk, zodat bij een bezoek van de kerkvisitatoren Ds Hoek van
Enkhuizen en Ds de Vries van Medemblik een van hen de
opmerking maakte volgens de notulen: „Ik ben diep onder de
indruk van de moeilijkheden, die de kerk van Andijk heeft.”
Op 15 okt. van het jaar 1936 hebben wij als kerk het eeuwfeest van de instituëring herdacht, wat toen
door de kroniekschrijver R. Prins als volgt is beschreven: Vlaggen wapperen van de kerktoren van de school
voor G.L.O. en van verschillende huizen en de zware luidklok riep het kerkvolk op
om te gedenken, God heeft bij ons iets groots verricht. Het
kerkgebouw was versierd, het podium geflankeerd met palmen en bloemen. Allerlei foto's van de predikanten die onze
kerk hebben gediend, o.a. een schilderij met de Hervormde kerk van Ulrum. waaruit Ds H. de Cock verdreven werd en
de pastorie waar hij zo veel heeft moeten lijden onder haat en geloofsvervolging, waar hij soldaten ingekwartierd kreeg
en zelf in een der kamers werd opgesloten. Hij was het die ook onze kerk heeft geïnstitueerd.