» Religie » Strijd en Zegen » Pagina 57-58
Zeer veel heeft de kerkeraad gedaan om deze broeder en zuster te behouden, maar helaas zonder resultaat.
En steeds donkerder werd het om ons heen. Door de wijde
luchten gingen bij dag en bij nacht de zwermen vliegtuigen
om dood en verderf te brengen in het vijandige land. De
Duitse V 1's vlogen door de lucht en wij zagen de vreselijke lucht-torpedo's die Londen moesten teisteren.
Des avonds zaten wij bij kaarslicht bijeen. angstig voor huiszoeking of overval. en de verwarming werd steeds schaarser.
De waterleiding gaf geen water meer en de winter van 44/45
was bang. Hongerige scharen uit de steden op fietsen zonder
banden bedelden om een handvol aardappels of bonen.
Maar eindelijk kwam de dag der bevrijding. Toch ging hier
een droeve dag aan vooraf. Het was te vrezen dat de in het
nauw gebrachte tiran nog een onberekenbare ellende over
ons zou brengen. En die vrees bleek niet denkbeeldig te zijn.
Vermeldden wij reeds dat onze vroegere arts. Dr Berger. in
die dagen werd vermoord. nu zijn het vier van onze mannen.
n.m.l. Johan Smink, Jan Kort en twee broers Ruurd en Gosse
Dijkstra, die, lafhartig werden gedood. Zij waren opgeroepen
door de commandant van de verzetsgroep waar ze bij waren
ingedeeld om wapens in te nemen en zo nodig de bevolking
te beschermen of het vaderland te verdedigen bij verdere vernielingen. Op hun tocht naar de verzamelplaats zijn ze door
landwachters aangehouden en in Zwaag zonder vorm van proces neergeschoten.
Deze laatste dagen van de oorlog waren banger voor ons dan
ooit. De Wieringermeer was weer aan het water prijsgegeven
en met bijna zekerheid hoorden wij van het voornemen om
ook onze polder aan de zee over te geven. Toen zijn wij naar
ons bedehuis gegaan en op 17 april 1945 was er een bidstond waar Ds Morsink, onze grote nood aan de Here opdroeg.
Toen wisten wij nog niet dat het ontzettende gebeuren met
die vier jonge mannen reeds zo dicht bij was. Vrolijk in hun
blauwe overall waren ze gegaan, een vijftal de bevrijding
tegemoet. Eén slechts ontkwam. En toch hebben zij de bevrijding ervaren. Maar anders. Bevrijd van het lichaam der
zonde. Dat is de echte bevrijding. En niet omdat zij goede
vaderlanders waren zijn ze door de poorten ingegaan in de
stad. Maar omdat de grote Bevrijder Jezus Christus hun
plaats had bereid, enkel uit vrije genade, en niet naar verdienste. Indrukwekkender begrafenis zal wel niemand hebben
bijgewoond. Ds J. Dijkstra van Hoorn, nauw aan onze gemeente verbonden en oom van de twee slachtoffers, gebrs.
Dijkstra en onze beide predikanten Ds Morsink en Ds Grosheide bestegen beurtelings de kansel van ons kerkgebouw.
Vier kisten met jonge mannen in de bloei der jaren, wenende ouders — bedroefde weduwe en een ontroerde gemeente.
Mijn pen schiet tekort om dit alles te beschrijven. Wij hebben
ze gebracht naar de ooster-begraafplaats en daar rusten zij tot de grote dag van de opstanding der doden. Toen is ervaren
dat het „Ik geloof in de gemeenschap der heiligen” geen holle
frase is. maar werkelijkheid. Want hoe gebrekkig ook, hoe
schamel de zondige kerkmensen mogen zijn, daar is een band
die hen allen verbindt door hun heerlijk Hoofd, Jezus Christus. De dagen voor de bevrijding hebben onze gemeente de
zwaarste slag toegebracht. Toch hebben wij ons bevrijdingsfeest mogen vieren, waaraan een officiële dankdienst is vooraf
gegaan. Het is te verstaan, dat de naweeën van de oorlog
niet direct overwonnen waren. De gemeente is uitgestrekt en fietsen of auto's waren er bijna niet meer. We waren leeggeroofd.
Geruime tijd heeft de kerkeraad toen diensten aan de Oosterdijk gehouden, waar beurtelings een predikant
of ouderling voor ging.