» Boeken » Ter herinnering aan de 25-jarige Bevrijding » Pagina 21
Om de Duitse radar te storen, strooiden de geallieerde vliegtuigen
tijdens hun vlucht stoorbandjes. Dat waren kleine reepjes papier, aan de
ene kant zwart en aan de andere kant zilverpapier. Zo'n zoekoog van de
radar lijkt wel wat op een televisiescherm en die bandjes hadden ongeveer
dezelfde uitwerking als een bromfiets op een t.v. Wij spaarden die dingen om het hardst en je vond ze soms bij bossen tegelijk.
Ook hadden de Britten de gewoonte om "huisje, boompje, beestje"
te vliegen. Zo af en toe deden ze dat met een paar vliegtuigen, die er
voor een aparte vlucht op uit moesten. Ze vlogen dan op een paar meter
hoogte boven het IJsselmeer, zodat ze voor de Duitse radar bijna niet te
zien waren. En als ze dan boven het land waren, wipten ze over huizen,
boerderijen en bomen heen. Want door hun camouflagekleur waren ze vanuit de lucht voor een zoekend Duits vliegtuig haast niet te zien.
Zo zijn er eens een paar jongens flink geschrokken, die op de weg liepen
en opeens het geluid van vliegtuigen hoorden. En omdat het achter de dijk
vandaan kwam, vlogen ze op dijk om te kijken wat eraan de hand was. Ze
waren bijna boven, toen er een stuk of vier vliegtuigen met daverende
motoren rakelings over hun hoofden schoten. En voor ze er erg in hadden wat er precies gebeurde, waren de toestellen alweer verdwenen.
Ze hebben het in Andijk West een keer gepresteerd, om onder de
hoogspanningsdraden door te vliegen. En het waren toch echt geen
lestoestelletjes, waar ze dat mee deden. in ieder geval kon je van die
laagvliegers behoorlijk schrikken. Maar niemand werd er boos om.
Integendeel, er zal wat een keren naar die vliegtuigen gezwaaid zijn,
omdat men wist dat ze er weer op uit waren om de vijand op z'n nek te zitten.
En die vijand begon steeds strengere maatregelen te nemen. Ze begonnen hoe
langer hoe meer op mensen te jagen, wat weer tot gevolg had, dat er nog meer onderduikers kwamen.