» Boeken » WO II » Ter herinnering aan de 25-jarige Bevrijding » Pagina 29
Een paar dagen na zo'n dropping gingen een paar mensen bijv. met een
schuit naar Zwaagdijk. De wapens werden ingeladen, een dekzeil of een
andere schijnlading er over heen en dan weer terug. Per schuit was wel de
veiligste weg, want in het land zag je zelden of nooit Duitsers. En wat
was er nu onschuldiger dan een paar bouwers in een schuit.
Was de lading eenmaal in Andijk, dan kreeg ieder lid van de K.P. vroeg of
laat wel z'n wapen. Zo is er na verloop van tijd door al die droppings een
behoorlijk ondergronds leger ontstaan in Nederland, dat de beschikking had
over allerlei soorten wapens. De mensen kregen nu die wapens wel, maar de
meesten wisten niet hoe ze er mee moesten omgaan. Dat moest natuurlijk
geleerd worden. Ze deden dat in een fruittuin langs de Nieuwe Weg een eind
het land in. Dat was wel gevaarlijk maar men waagde het er maar op.
Op elke hoek van de tuin stond een wacht, die het land en de Nieuwe Weg,
wat toen alleen nog maar een smal weggetje was, goed in de gaten hield.
Nu de Ondergrondse zelf ook goed bewapend werd, durfde ze steeds meer. Een
overval op een vleespakhuis in Twisk leverde ook weer heel wat op. Daar
werd ook weer door mensen van Andijk aan meegewerkt. De Duitsers zochten
zich weer wild, hielden auto's aan, controleerden een ieder op de wegen, maar vonden niets.
Toen de schuiten met de hele buit er in, met uien en bieten overdekt, in
de sluis bij Opperdoes lagen, stonden de Duitsers er met hun neus boven
op. Maar ze peinsden er niet over om de ladingen te controleren. Misschien
hebben ze er niet eens bij stil gestaan dat er onder die uien en bieten
nog wel eens wat anders kon zitten. De mensen in de schuit zullen toch wel
even met de tenen krom gezeten hebben en blij geweest zijn, toen ze de sluis goed en wel achter zich hadden.
Ook die buit vond weer de goede weg naar de mensen die het heel wat harder
nodig hadden dan de bezetters. Zo is er van alles bedacht om de Duitsers te vlug af te zijn.