» Boeken » West-Friesland, land om van te houden
Het wapen van de gemeente Enkhuizen toont de verbondenheid met
het water. Drie gekroonde haringen zwemmen op dat wapen rond. Het
water van de Zuiderzee rondom diende niet alleen de rijkbeladen
Oostindiëvaarders, maar ook de grote 400 schepen tellende)
vissersvloot in Enkhuizen. De stad (sinds 1355) omvat de
buurtschappen Oosterdijk (langs de Westfriese omringdijk richting
Andijk) en het Westeinde (de verbinding met de streekdorpen Bovenkarspel
en Grootebroek). Het aantal inwoners bedraagt plus minus 16.000.
Eén van hen is de Enkhuizer Stedemaagd, die aan de stadszijde van
de uit het laatste decennium van de zestiende eeuw stammende Koepoort,
waakt over het wel en wee van de 'Henkhuzers'. Want dat staat vast: de
autochtone bevolking van Enkhuizen heeft een dialect, dat sterk afwijkt
van het Westfries. Met name de letter 'H' geeft problemen.
Het Zuiderspui met de Drommedaris in Enkhuizen
Enkhuizen krijgt zo langzamerhand een geheel nieuwe faam. Het verleden
werd bepaald door de band met het water en de rijkdom van de Verenigde
Oostindische Compagnie (de restanten zijn overal nog te zien); het heden
door de geur en kleur van de zaadteelt, die met name in het
Westeinde een waas van geheimzinnigheid om zich heeft. Daar zitten de
grote zaadbedrijven, waar in de laboratoria nieuwe rassen worden ontwikkeld
en nieuwe teeltmethoden tot stand komen. De proefgebieden en proeftuinen
(ook voor publiek toegankelijk) geven dit deel van Enkhuizen een stralende
pracht in lente en zomer.
De ligging van Enkhuizen, het meest oostelijk, heeft als logisch gevolg
gehad, dat West-Friesland's achterdeur hier ook te vinden is: de bijna
dertig kilometer lange dijkverbinding met Lelystad, die op 14 december
1976 door Prins Claus in gebruik werd genomen. Vanuit Enkhuizen worden
verder bootdiensten naar Stavoren, Urk en Medemblik onderhouden.